Winderigheid

Ik heb wel eens een boze brief naar de krant geschreven als reactie op een artikel met de alleszeggende titel ‘Hebt u speciale wensen, zoals vlees?’ van een of andere professor, dat even daarvoor in dezelfde krant was gepubliceerd.

Vlees is na mijn gezin zo ongeveer het belangrijkste in mijn leven. Het eten van een goed bereide ribeyesteak betekent voor mij het hoogst denkbare welbehagen, meer nog dan welk ander lichamelijk genot dan ook. Ik zal daarom nimmer bereid zijn om minder vlees gaan eten. Tegelijkertijd draag ik wel degelijk mijn steentje bij aan de maatregelen tegen de broeikaseffect veroorzakende veeteelt.

Zo eet ik veel meer soorten vlees dan er in de gangbare overzichten te vinden zijn, zoals kwartel, duif, eend, geit, hert, paard en zo kan ik deze hele pagina nog wel doorgaan. Allemaal vleessoorten waarvoor geen regenwouden hoeven te worden gekapt om veevoer dan wel vee te telen. Bovendien is het afkomstig van dieren die een lekker leventje hebben gehad en met hun scheten maar een heel bescheiden bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde.

Ook eet ik van een beest veel meer dan alleen het gewone vlees, zoals hersens, hart, longen, nieren, ogen en testikels. Als ik die tenminste kan verkrijgen, want als ik er bij de slager om vraag, kijkt hij alsof ik mijn dwangbuis ben vergeten aan te trekken. Het is orgaanvlees waarvoor al die Nederlanders die een grote mond opzetten over duurzaamheid en broeikaseffect hun neus ophalen, maar dat in tal van andere culturen als heel gewoon of zelfs als delicatesse wordt beschouwd.

Samen met mij zijn er honderden miljoenen Chinezen en nog eens honderden miljoenen mensen uit andere opkomende economieën die niet bereid zijn om minder vlees te gaan eten. Integendeel, die mensen zullen in de toekomst meer vlees gaan eten, veel meer. Een deel van de antwoorden op die toenemende vleesconsumptie is al gegeven: meer van die koe opeten en ook andere soorten vlees eten.

Daarnaast zijn er plenty alternatieve gebieden om vee en hun voer te telen. In Afrika en Azië barst het van de savannen en steppen die met irrigatie en bemesting geschikt te maken zijn en een ruimte bieden waar koeien dolgelukkig van worden. Zo kan het uitbannen van de intensieve veehouderij ook nog eens hand in hand gaan met het stimuleren van de economie in minder ontwikkelde landen.

Corn, tofu, soja? Ammehoela.