De tuatara is een bijzonder dier. Niet alleen is het geen hagedis, zoals zijn Nederlandse naam brughagedis doet vermoeden, maar hij heeft ook een eigenschap op grond waarvan er overbodige boeken over het niet bestaan van een intelligente superontwerper zijn geschreven.
De brughagedis of tuatara is een reptiel dat op slechts enkele eilanden van Nieuw-Zeeland voorkomt. Hij behoort niet tot de hagedissen, niet tot de krokodillen, niet tot de slangen, niet tot de wormhagedissen en niet tot de schildpadden, maar vormt een opzichzelfstaande reptielenfamilie – met maar twee soorten – die nog het meeste weg heeft van de dinosaurussen, al zijn brughagedissen een maatje kleiner, pakweg zeventig tot tachtig centimeter.
Wat is die eigenschap van de tuatara die boeken als The Blind Watchmaker van Richard Dawkins overbodig maakt? De tuatara heeft een derde oog, midden op zijn – trouwens oerlelijke – kop, ongeveer tussen zijn twee echte ogen in. Het is een oog van niks, nauwelijks waarneembaar. Hooguit kan hij er licht en donker mee onderscheiden. Dat heeft geleid tot driftig getheoretiseer als zou het oog een functie hebben als warmtedetecterend orgaan of als toegangspoortje voor ultraviolette stralen voor de aanmaak van vitamine D.
Overigens zit het oog op een plek waar bij vrijwel alle gewervelde dieren, de mens incluis, wel iets bijzonders te vinden is, dieper of minder diep in de schedel. Bij ons vind je er, als je diep genoeg boort, de pijnappelklier. Kennelijk leent de structuur van de schedel en hersenen zich er voor evolutionaire experimentjes.
Richard Dawkins en andere ongelovige wetenschappers getroosten zich veel moeite om aan te tonen dat er geen God bestaat, dat al het leven dat wij in de natuur tegenkomen door natuurlijke selectie is ontstaan. De inzet van gecompliceerde computermodellen wordt daarbij niet geschuwd, bijvoorbeeld om de evolutie van het oog te simuleren.
In het verleden betoogden dominees als William Paley – wijzend naar destijds een van de meest ingewikkelde apparaten: horloges – dat zoiets complex als een oog wel moet zijn ontworpen door een vernuftige opperontwerper. Een idee dat in onze tijd voortleeft als intelligent design.
Het derde oog van de tuatara laat niet alleen zien dat een oog op de gekste plaatsen en bij de gekste beesten kan ontstaan – zelfs bij beesten die al twee ogen hebben – maar ook dat een oog helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn. Het derde oog van de tuatara is van buiten niet veel meer dan een pigmentvlek en daarbinnen zitten een rudimentaire lens en een handjevol netvliesachtige cellen. Het is een van de simpelste en meest primitieve ogen in het dierenrijk en zou door de eerste de beste prutser ontworpen kunnen zijn.