Crisis!

De Jansens zitten thuis voor de televisie. Hij hangt, moe van het werk die dag, onderuit gezakt op de bank met zijn benen languit gestrekt op tafel. Zij heeft hem zojuist een flesje bier gebracht. Het NOS Journaal is bezig, het favoriete programma van de heer Jansen. De echtelieden bespreken de sombere economische situatie die keer op keer terugkeert in de journaals en actualiteitenprogramma’s.

‘Ze zijn toch wel pessimistisch op de televisie, hè, over die economie?’, begint zij.
‘Ja, we kunnen maar beter even wachten met grote uitgaven’, antwoordt hij met een vermoeid gezicht. Hij brengt het flesje bier naar zijn mond.
‘Tot wanneer?’
‘Weet ik veel, totdat het weer beter gaat met de economie.’
‘Maar we zouden toch een nieuwe auto kopen? Onze auto komt niet meer door de APK.’
‘Weet ik, schat, maar we kunnen beter nog even wachten.’
‘Hoezo dan?’
‘Nou, omdat het slecht gaat met de economie’, zegt hij. Hij bestudeert het etiket van zijn bierflesje.
‘Maar daar merken wij toch niks van? Jouw loon is nog gewoon hetzelfde en we hebben zat spaargeld. Dat wordt elke maand alleen maar meer.’
‘Kan wel zijn, maar je hoort toch wat ze op de tv zeggen? Er gaan allerlei bedrijven failliet. Zelfs voor die grote autofabrikanten is het kantje boord.’
‘We moeten toch ooit een nieuwe auto kopen. Is het niet nu, dan is het over een paar maanden’, houdt ze vol.
Hij hijst zich overeind.
‘Schatje, heb je soms niet gezien hoe die beurskoersen aan het kelderen zijn?’
‘Maar wij hebben toch helemaal geen aandelen?’, vraagt ze met verbazing in haar stem.
Dan gaat hij staan. Met stemverheffing:
‘We wachten met het kopen van een auto en daarmee basta!’
‘Die autofabrikanten komen juist in moeilijkheden, doordat iedereen opeens geen auto meer koopt’, gaat zij onverstoorbaar door.
‘Die mensen zijn heel verstandig!’, zegt hij met dezelfde stemverheffing.
‘Autodealers schijnen op dit moment interessante kortingen te geven’, probeert ze nu.
Met een klap zet hij zijn bierflesje op tafel. Het begint te schuimen.
‘HOU JE NOU EENS JE KOP, ONNOZEL WICHT!’, brult hij, ‘WAT WEET JIJ NOU VAN DE ECONOMIE?’

Crisis