Besluiteloosheid

In Nature Neuroscience lag de focus eens op het nemen van beslissingen en de neurale mechanismen die hierbij een rol spelen. In een van de onderzoeken kregen proefpersonen een reeks letters te zien, die met twee letters per seconde voorbijkwamen. Naar eigen keuze mochten de proefpersonen gedurende die tijd een aantal malen een van twee knopjes indrukken, die zij onder handbereik hadden. Ze moesten proberen de letter te onthouden, die voorbijkwam op het moment van drukken.

Zoals verwacht was er na iemands beslissing om te drukken hersenactiviteit te zien in de motorische hersenschors, het stukje hersenen dat onze ledematen bij tijd en wijle een slinger geeft. Maar er was ook hersenactiviteit te zien in andere hersengebieden, die verband hield met de beslissingen van de proefpersonen, acht tot tien seconden vóór diegenen bewust de beslissing namen om een bepaald knopje in te drukken.

Het lijkt het zoveelste bewijsstuk in een reeks voor het ontbreken van een vrije wil, iets wat al blijkt uit tal van aspecten uit het leven van mens en dier. Wij zijn – dominees, spiritualisten en andere zielgelovers ten spijt – niet meer dan biologische mechanismen die gestuurd worden door maar één schamele drijfveer: het optimaal zoeken naar gunstige omstandigheden dan wel het mijden van ongunstige omstandigheden.

Dat zoeken naar zo gunstig mogelijke omstandigheden vertaalt zich bij ons ingewikkelde wezens in het streven naar voordeel, winst, plezier, welbehagen, geborgenheid, veiligheid, genot en wat al niet meer, maar het is allemaal meer van hetzelfde en verschilt in wezen niks van het gedrag van apen. Die zullen ook altijd de grootste en mooiste banaan uit de voerbak pakken. Het is de oerwet van de biologie, de theorie van alles van de levende materie.

Wij wegen dus voortdurend, zeer waarschijnlijk helemaal automatisch, voordelen tegen nadelen af en handelen daarnaar. Beleidsmakers zouden zich dat ook eens een beetje beter bewust moeten zijn. Misdadigers zullen het bijvoorbeeld eerder uit hun hoofd laten een misdrijf te plegen naarmate de straf zwaarder is én – want dat is wel een aanvullende voorwaarde – de kans om gepakt te worden toeneemt.

Plantsoenmedewerkers weten het al veel langer: zodra zich een hoekje plantsoen of grasveld bevindt op een route waar mensen zich van A naar B begeven, dan zullen die geheid de weg afsnijden in plaats van netjes om te lopen. Er ontstaat dan een looppaadje in het plantsoen of grasveld. Er kan zelfs met wiskundige precisie worden voorspeld – een of andere wetenschapper heeft wel eens zo’n onderzoek gedaan – waar zulke looppaadjes zullen ontstaan.

Ik ga nu een trappistenbiertje drinken. Mijn hersenen hebben dat seconden geleden bepaald.