Wanneer ik mijn zoontje van zeven jaar zijn jas aangeef, moet ik wel eens denken aan de uniformjacks van Nederlandse politieagenten. Die zijn ook zo schattig. Ze lijken zo te zijn ingekocht bij de kindermodeafdeling van de Hema. Het pistool en de handboeien die je eronder ziet, hebben daardoor meteen iets speelgoedachtigs. Samen met die fanfarebroek en jarenvijftig- of, zo u wilt, vijftigplusdienstschoenen lijkt alle moeite te zijn gedaan om de Nederlandse agent zo min mogelijk gezag te laten uitstralen.
Wat heeft de minister en de politiebonden in 2005 bezield, toen ze het nieuwe politie-uniform uitkozen? Volgens hun moest het uniform van de Nederlandse politieagent niet alleen ‘gezag’ uitstralen, maar ook duidelijk maken dat de politie ‘open, benaderbaar en sympathiek’ is. Alsof die twee eigenschappen in harmonie te brengen zijn. Het kan niet anders of de bedenkers van dit uniform moeten hun wortels in het geitenwollensokkendom van de jaren zeventig hebben. Het resultaat is een doetjesdiender waar criminele hangjongeren instinctief sliepuitneigingen van krijgen.
De hoofdtaken van een politieagent zijn het handhaven van orde en rust, het voorkomen van misdaden en het vangen van boeven. Daarnaast moet de politieagent hulp verlenen en voorlichting geven, maar (potentiële) wetsovertreders vormen de belangrijkste doelgroep voor de agent – het uitstralen van gezag komt dus op de eerste plaats. Iemand die niets op zijn kerfstok heeft, durft toch wel de weg te vragen aan een agent, ook al ziet die er imponerend uit.
Maar een gezaginboezemend uiterlijk alleen is niet voldoende. Gezag moet ook worden ondersteund door bevoegdheden. Op de tv verschijnen vaak programma’s over politieachtervolgingen waarvan de beelden altijd uit andere landen komen. Wat moeten Nederlandse politieagenten zich verbijten, wanneer ze diezelfde beelden bekijken en zien wat die buitenlandse collega’s allemaal mogen.
Update 2014: er is een nieuw politie-uniform dat een hele verbetering vormt.